Als ik terugkijk, kan ik alleen maar dankbaar zijn voor de afgelopen weken.
Wat was het een rollercoaster, maar wat ben ik snel en fijn geholpen in het ziekenhuis in Ede.
Zoals beloofd, herstelde ik snel van mijn operatie. Na de operatie van woensdag, ben ik op de zondag erna zelf op de fiets gestapt en even gaan kijken bij mijn oudtante. Wat was het fijn om haar weer te zien. Grappig. Ik had haar jaren niet persoonlijk gesproken, maar nu hadden we ineens een band door onze ontmoeting op de holding. Op maandag ging ik weer mee om onze kinderen naar school brengen. Ik voelde me een gezegend mens.
Zowel mijn huisarts als chirurg kregen een kaartje. De waarde van kaartjes heb ik meer dan ooit ervaren. En deze twee mensen, die ik zo dankbaar ben, verdienen er dan ook eentje!
De uitslag
Intussen ging de tijd toch best vlot en kwam de dag van de uitslag, 16 november, snel dichtbij. Natuurlijk hebben we gebeden, dat de tumor kleiner zou zijn dan een centimeter. Dat zou betekenen, dat mijn behandeltraject helemaal klaar zou zijn en dat chemo niet nodig zou zijn. Dan zou ik dus in ruim een maand weer kanker'vrij' zijn... Het idee alleen al leek bijna te mooi om waar te zijn.
Ik wilde wel vertrouwen hebben, dat God daarvoor kon zorgen. Aan de andere kant wilde ik niet al mijn hoop op een positieve uitslag stellen. Stel, dat het tegen zou vallen... We moesten 's middags naar onze arts in Ede. Ik was heel zenuwachtig en had weinig eetlust. Daar zaten we weer op Oncologie.
Inmiddels voelde het al een beetje als mijn tweede thuis. Toch ben ik wel vaak één van de jongsten in de wachtkamer. Soms is dat confronterend. Daarom waardeer ik het extra dat mijn arts nooit mijn naam roept, als ik aan de beurt ben. Hij kijkt me alleen maar aan en dan weet ik dat we mogen komen. 'Bedankt voor je kaart. Dat wordt zeer gewaardeerd' zei hij. Na een kort gesprekje over hoe het na de operatie met me was gegaan, kwam hij met de uitslag. 'Het is geen negatieve uitslag', zei hij. Dat heeft hij vaker gezegd. Altijd het positieve benadrukken en me geruststellen. Naast zijn geintjes, waardeer ik dat echt het allermeest. Toch voelde ik het aankomen. Mijn lymfeklier was, ook op celniveau, schoon. Ik heb definitief geen uitzaaiingen. Dat is natuurlijk fantastisch! MAAR... zo klonk het. En de 'maar' kwam ook. De tumor was 1,2 centimeter. Dat is volgens protocol dus net te groot.
Ik weet niet precies wat er in mijn hoofd gebeurde, maar ik viel helemaal stil. Normaal gesproken had ik altijd allemaal vragen. Dit keer niet. CHEMO. Ik moet aan de chemo... Jan Paul schreef druk mee met alles wat de arts zei. Ik heb eigenlijk geen idee wat hij allemaal zei. Ik keek hem alleen maar aan. Verder niks. Hij raadde ons aan naar een oncoloog te gaan. 'Ben jij geen oncoloog, dan?' wist ik uit te brengen. Het idee dat ik ook nog naar een andere arts moest, stond me niet aan. Toen bleef het heel lang stil. Oorverdovend. Nog nooit is er zo'n lange stilte gevallen tijdens een gesprek. Maar wat viel er ook te zeggen? De stilte was goed. Precies wat ik nodig had.
Uiteindelijk besloot Jan Paul maar een beetje af te ronden. 'Je komt er wel doorheen', waren de laatste woorden die mijn arts zei, toen hij ons een hand gaf. We liepen achter onze Mammacare-verpleegkundige aan en ik hield het niet langer droog. Wat een tegenvaller... Allerlei ellende schoot door mijn hoofd. Ik word kaal. Ik word ziek. Ik word rot. En hoe moet dat met onze kinderen?
Focus
De volgende ochtend vroeg konden we al terecht bij de oncoloog. Echt supersnel. Dat vond ik wel heel bijzonder. We stonden snel weer buiten en ik was opnieuw van slag. De oncoloog had me bang gemaakt. Ik was echt heel boos op haar. Iets met prognoses en overlevingskansen over tien jaar. Dat wilde ik helemaal niet horen, dus gaf ze alleen het percentage voordeel van het wel of niet doen van chemotherapie. Natuurlijk ging ik die chemo doen. 'Je bent jong. Je moet nu investeren', had ik gisteren nog gehoord. Ik heb heel wat afgehuild. Een week lang. Steeds weer. Het was de pittigste week tot nog toe.
Een paar dagen later, in het weekend, maakte ik een wandeling. Ik piekerde en piekerde, zoals ik al deed sinds we bij de oncoloog waren geweest. Toen realiseerde ik me ineens, dat het niet alleen maar kommer en kwel was. Er was ook zoveel om dankbaar voor te zijn. In mijn hoofd maakte ik een lijstje. Hij werd lang. Heel lang. En dat hielp. Waar ga ik me op focussen? Op het negatieve of het positieve? Blijf ik hangen in jammeren en klagen of accepteer ik de situatie en ga ik ervoor? Dit moet nu eenmaal. Het is een gegeven en ik kan er niets aan veranderen. Maar ik sta er niet alleen voor. Zoveel mensen staan om ons heen. En het allerbelangrijkste: God is steeds bij mij, elk moment van de dag, elke stap die ik moet nemen. Hij draagt. Altijd. ❤
Reacties
Een reactie posten
Bedankt voor je reactie!