De laatste weken ben ik weer wat meer aan het struggelen.
Sinds m'n eerste controle zo'n beetje, denk ik. Ik doe leuke dingen, geniet van m'n werk, sport en voel me goed, maar dat hoofd van mij... Zodra ik rust heb, zoals in het weekend, op een vrije dag of s' avonds, begint het weer. Gaat m'n hoofd alle kanten op. Ingewikkeld. Bij een weg van verwerking en herstel ga je blijkbaar niet alleen maar in een stijgende lijn omhoog. Helaas... Het is fijn dat afleiding zo goed helpt, maar je kunt niet alleen maar voor gedachten en emoties wegrennen. Afleiding is een tijdelijke oplossing, geen blijvende, heb ik ontdekt. En ik ben nooit goed geweest in m'n emoties binnen houden. Het komt er altijd uit. Op zich wel goed, denk ik...
Er blijven twee dingen die ik het lastigst vind. Het eerste is de angst dat de kanker terugkomt. Het tweede dat m'n arts er dan niet meer is. Ik mis de zorg van het ziekenhuis en het gevoel van begrepen te worden. Thuis en in het gewone leven voelt het eenzamer. Omdat niemand het écht snapt. Denk ik. Het is toch klaar?! Al een half jaar nota bene... ruim... Lotgenootjes begrijpen het wel. Dat is fijn natuurlijk. Maar toch. Je moet het zélf doen. Want dat kan niemand anders voor je doen. En ik weet dat ik ongelofelijk gezegend ben met het feit dat ik geen restverschijnselen heb. Dat ik weer 'gewoon' kan leven. Maar dat leven is zo anders. Tenminste, het voelt anders. En intenser. Kwetsbaarder. Ik geniet intenser van mijn werk. Ik geniet intenser van gesprekken. Ik geniet intenser van kleine dingetjes. Maar lastige momenten blijven. En dat is ook normaal en that's life, maar wat moet je daar nou mee, he. Het kan zo'n eigen leven gaan leiden en mijn gedachten opslokken.
Gisterochtend zat ik in de kerk. En het was zó fijn. En ik vond 't zó mooi. En het was weer een antwoord. Op mijn struggles. Het antwoord wat ik wel kende. Maar wat ik blijkbaar altijd weer opnieuw moet horen. 'Richt je op de dingen die boven zijn en niet die op de aarde zijn'. Richt je op Hem. Kijk naar Jezus. En dat is het. Jesus is the answer. Want dan richt je je ogen niet op jezelf en je eigen problemen of fouten, maar op Hem. Die alles leidt, in Zijn hand heeft. Omdat ik het alleen gewoon niet kán. En mét Hem kan ik het leven aan. Alles. Gewoon één dag tegelijk. En dan vooral blijven genieten. Niet vooruit kijken. Want Hij geeft rust. Maar het blijft een dagelijkse opgave om daar steeds weer voor te kiezen. Niet zélf doen, maar sámen doen. Met Hem. Nooit alleen... nooit...
Ps. En dan komt er zo'n lief kaartje van een paar 'zussen'. En krijg ik een prachtige sjaal na een fijn bezoekje aan iemand die ik tegenkwam met m'n vrijwilligerswerk. En dan denk ik weer, 'tel je zegeningen. Wees nou gewoon dankbaar. Want er is zóóóóveel om voor te danken.' Dus. Dat.
Reacties
Een reactie posten
Bedankt voor je reactie!