‘Jaja, ga ik zeker doen’, antwoord ik stoer met een grote glimlach op mijn gezicht.
En niet alleen van mijn arts, maar ook van anderen heb ik deze aanmoediging gehad.
Elke keer dacht ik ‘het gaat heel goed met mij, kom maar op, ik lust ze rauw, die chemo’s. Niet zo dramatisch met je ‘volhouden hoor’.’
En ja, ergens wist ik wel, dat ik mezelf een keer zou kunnen tegenkomen. Maar ik dacht gewoon, dat het wel mee zou vallen. Elke keer was ik weer trots, dat ik nog een paar kilometers kon hardlopen. Dat ik er zo goed doorheen kwam. Superdankbaar, dat het elke keer nog ging. Ik had zelfs een kaart gekocht, die ik tegen kwam, om mezelf te herinneren. Niet precies dezelfde tekst, maar wel bijna. ‘Niet opgeven, hoor’.
Als het tegenzit...
En toen zat het ineens wél tegen. De vierde kuur kwam harder binnen. En mijn hb was te laag. Al drie weken was ik ongesteld. Alles ontregeld door die chemotroep. Ik was te slap om iets te doen en zó bang dat ik de volgende kuur niet mocht doen of dat ik een bloedtransfusie zou krijgen. Wat baalde ik van mijn lijf. Alle oude piekergedachten kwamen weer in volle hevigheid terug. Mijn lieve man zei, dat ik het moest accepteren. Gewoon accepteren, dat mijn lijf even niet wil. Dat kon gaan gebeuren. Daar ben ik voor gewaarschuwd door de oncoloog.
Blijkbaar vind ik dat lastig.
Toen het na een paar dagen toch wat beter ging, ben ik weer mee gaan skaten met Jan Paul. Hij hardlopen, ik skaten. En 9,5 km. Moet toch lukken. Vóór mijn vierde kuur, een week geleden, ging dat ook goed. Maar gisteren, een week later, vroeg ik me (bij precies hetzelfde rondje) tijdens de laatste paar km’s af, of ik niet ter aarde zou storten. (Terwijl ik dit terug lees, voel ik me een aansteller. Kon ik echt nog 9,5 km skaten? Wauw... dat is best indrukwekkend. Wat zeur ik nou...)
Vanmorgen moest ik tijdens het aankleden en ontbijten wel drie keer gaan liggen, omdat ik sterretjes zag. En ik baalde toch zo. Het ging weer beter, toch? Heb ik teveel gedaan gisteren? Is dat stomme hb nog lager geworden? Zou me ook niet verbazen overigens.
Toen ging ineens het belletje rinkelen. ‘Volhouden hoor’. O ja… dat bedoelen ze dus. Als het tegenzit, dán moet je volhouden.
Toen ik nog niet ziek was, was ik al slecht in volhouden. Mijn hardloopmaatje kan erover meepraten. Dat probleem heb ik altijd al gehad met sporten. Zo gauw ik het ga voelen, haak ik af. Mij niet gezien. Te oncomfortabel, helemaal geen zin in. Het moet wel een beetje te doen blijven. Anders haak ik af.
Misschien ben ik gewoon vérwend. En veel te weinig géwend...
Be still
Ik ben begonnen met de ‘Bible in one year - app’. Van de week kwam er een uitspraak langs, die, denk ik, het antwoord is op mijn struggles: ‘let go and let God’. Volhouden, loslaten en vertrouwen. Be still and know, that I am God.
Want inderdaad, ik heb mijn lijf niet in de hand. Helemaal niet zelfs. Nog geen haartje. Er is er maar Eén die alles in de hand heeft. En Hij heeft mij in Zijn hand, gelukkig. En daarom kan ik volhouden. Omdat ik weet, dat ik het niet alleen hoef te doen.
Zucht… ik moet nog veel leren…
❤️
BeantwoordenVerwijderenHeel veel sterkte meid!!! Fijn om zo mee te kunnen lezen hoe je het doormaakt! Bid voor je 😘
BeantwoordenVerwijderen