In mijn geval is er steeds heel veel hoop geweest. Goede hoop op een geslaagde operatie en vlot herstel, goede hoop op gezondheid, hoop op een goede prognose, hoop voor de toekomst... Een hele hoop dus!
Dit is dan wel ‘fysieke' hoop, gericht op mijn lijf. Als dat woord al bestaat, trouwens...
Ik heb me afgevraagd of mijn (meestal) positieve insteek ook daarmee te maken heeft.
Wat nu, als er fysiek veel minder hoop was geweest? Heel veel uitzaaiingen bijvoorbeeld? En een slechte prognose of blijvende, chronische pijn en ongemak?
Want ik merk, dat die hoop kleiner wordt, als ik me lichamelijk minder goed voel. Afgelopen week was een rotweek, terwijl de tweede week na een chemo 'normaal gesproken' de betere week is. Als ik me zo rot voel, heeft dat directe gevolgen voor mijn mentale welzijn en daardoor neemt mijn hoop af. Het heeft te maken met ‘geloof versus gevoel’. En ook met ‘geloof versus omstandigheden’, denk ik. Hoe mijn lijf zich gedraagt, is nogal leidend voor mijn gevoel en hoop, heb ik ontdekt...
‘Alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder die Hem voelt, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft.’
Maar dat staat er niet, toch? ‘Een ieder die Hem voelt…’.
Er staat iets anders:
‘Alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft.’
Het gaat dus om geloof! Dat is mijn geval al een hele opluchting. Ik voel God regelmatig. Maar ook vaak niet. En zeker ook niet altijd op de momenten, dat ik het eigenlijk wel wil.
Hoe zit dat dan? En wat is dan dat geloof? In Hebreeën 11 vers 1 staat, dat geloof ons hoop geeft en zekerheid. Ook al zien we het nog niet, we vertrouwen erop dat het écht zal gaan gebeuren. Dat is geloof. Geloof geeft hoop en vertrouwen voor de toekomst. Maar hoop waarvoor? Of waarop? Dat alles altijd goedkomt? Nee, niet altijd… 'Hoop is fragiel' hoorde ik afgelopen week van twee prachtige vrouwen die chronisch ziek zijn. Ja, het kan heel ingewikkeld zijn. Hoop kan in kleine dingen zitten, leerde ik van hen. Maar de hoop die wél zeker is, is de hoop dat Jezus terugkomt om ons mee te nemen. Dan maakt Hij een einde aan alle ellende. Wauw… En de hoop die ook zeker is, is dat Hij er is, naast mij, welk lijden ik ook doormaak. Die hoop hangt gelukkig niet af van mijn gevoel. Dat zou ook vrij hopeloos zijn in mijn geval…
Kaartje Een van de eerste kaarten die ik kreeg na mijn diagnose in oktober, was van een echtpaar wat ik zelf niet kende. Het was een collega van mijn vader. Haar man was ernstig ziek. Al heel lang. Kanker. Hij is twee weken geleden overleden.
Ze begon het kaartje met ‘broer en zus’. Dat alleen al. Dat ze ons zó aansprak, omdat we elkaar familie mogen noemen door ons geloof. Ze zei dat 'Vader zich nooit vergist'. Wat een hoop en vertrouwen moet je hebben, als je, te midden van een menselijkerwijs gesproken 'hopeloze situatie' met een terminaal zieke man, toch zulke woorden kunt schrijven ter bemoediging aan een ander. 'Ga aan Jezus' hand' schreef ze nog.
Dát is pas hoop.
Weet je wat ik zo geruststellend vind? Dat God wél altijd Dezelfde is. Gisteren, vandaag en altijd. Bij mij kan het dagelijks wisselen hoe ik me voel. Bij God wisselt dat nooit. Alles wat ik over Hém lees in de Bijbel, (waar ik in geloof) is betrouwbaar, ook al heb ik er niet altijd een hoopvol gevoel bij of vertrouwen in. God is daar. Altijd. En Hij verandert nooit. Hij heeft alles in Zijn hand. Ongeacht hoe ik daarin zit qua gevoel. Ik heb dus een keuze. Drijf ik op mijn gevoel, of kies ik ervoor, ondanks mijn gevoel, op Hem te vertrouwen?
Er is hoop!
Heel fijn!
BeantwoordenVerwijderen